woensdag 30 november 2011

straatbeeld

Ik heb nog 2 weken om iedereen nog een kijkje te geven. 
                                                                                                                                                                 
Mijn straatbeeld in Paramaribo. Een geasfalteerde weg waar 2 auto's elkaar niet tegelijk kunnen passeren. Een diepe goot (je moet er niet aan denken dat je met je fiets daarin beland) voor de afvoer van de enorme regenbuien..... als er een afvoer is. Geen bomen langs de weg. Na de goot gelijk een strook gras of siertegels naar een huis toe.
Lantaarnpalen en electriciteitskabels
Geen kabels, dus er zijn enorme schotels nodig om meerdere zenders te ontvangen
Taxi's moet je niet op straat aanroepen, maar die moet je bellen en vervolgens moet je onderhandelen over het tarief. Deze kaartjes staan op iedere paal of boom.

En sommige mensen die geld genoeg hebben, hebben een huisje bij hun huis geplaatst waar een bewaker in zit die het pand dag en nacht kan beschermen.



















zondag 27 november 2011

Galibi en Frans Guyana

Het is weer weekend geweest, dus weer tijd voor een tripje ......
Dit keer zijn we oostwaarts gegaan en weer was de weg een hel !!!!!

Onderweg kwamen we langs Mungo, een bauxietdorp van Suralco. Er is speciaal een rivier gegraven om het bauxiet op te halen: de Cotticariver. De smalste en diepste rivier van Suriname werd bevaarbaar gemaakt voor zeeschepen die te Mungo de bauxiet kwamen ophalen. Mungo beschikte over een haven met zwaaikom, waar de schepen konden draaien. Ronnie Brunswijk komt hier vandaan.

Toen door naar Moiwana. Dit dorp is tijdens de binnenlandse oorlog tussen Desi Bouterse en Brunswijk op 29 november 1986 vernietigd en er werden 50 bewoners vermoord, waaronder vrouwen en kinderen.  Het Hof van de Mensenrechten heeft inmiddels een uitspraak gedaan dat het dorp herbouwd moet worden en aan de bewoners (die over zijn) een vergoeding moet worden uitbetaald. Aan de overkant van de weg staat een groot monument.
Daarna door naar Albina aan de rivier de Marowijne. De Marowijne vormt de grens tussen Suriname en Frans Guyana. Albina is vergane glorie havenstad. Ook dit stadje heeft enorm geleden onder de binnenlandse oorlog.

Je kunt daar de rivier oversteken naar Frans Guyana, St. Laurent-du-Maroni. Lekker slim, ik was mijn paspoort vergeten. Gelukkig is het allemaal goed gegaan.

Wat een enorm verschil.
Zodra je van de boot afstapt, ben je echt in Frankrijk. Franse auto's en kentekens, er wordt Frans gesproken, een boulangerie, office du tourisme, etc. etc. En wat een schoonheid, nette parkjes, keurig aangelegde parkjes, niets van dat ruige en boeventronie praktijken.

Aan de haven van St. Laurent staat de gevangenis Camp de la Transportation. Wie de film "Papillon" heeft gezien, herkent het cellencomplex en de binnenplaats. Daarna hebben we de ochtendmarkt bezocht en zijn we langs de boulangerie gelopen. Helaas dicht, dus geen croissantje.
Daarna zijn we in een grote korjaal gestapt. De Marowijne sluit aan op de Grote Oceaan en het water was buinig en een stuk ruiger. Op weg naar Galibi. Daar leggen de grote schildpadden hun eieren tussen april en augustus, dus die hebben we (dus) niet gezien.

Galibi is een samengesteld dorp van Christiaan Kondre en Langaman Kondre en er wonen indianen. Zij dulden gasten, maar zijn erg op zichzelf. Ik wilde een foto van vissers maken, die een enorme vis gevangen hadden en dat mocht niet. Het is er paradijselijk met wit zand en veel palmbomen. Ze hebben er een mini-dierentuin, waar de meeste dieren in vrijheid leven. Je kunt ze aaien en de apen komen naar je toe.
hier ben ik met een baby-luiaard. Zo schattig, hij sloeg zijn klauwtjes in mijn t-shirt, zodat hij kon blijven hangen. Verder is er niet veel te doen, behalve genieten van de mooie stranden.





vrijdag 25 november 2011

Srefidensi


Onafhankelijkheidsdag in Paramaribo.
Je moet je het zo voorstellen: een hele grote braderie, met heel veel eten en heel veel troep, waarbij een groot aantal mensen in traditionele kleding rondlopen.

De president inspecteert alle troepen op het onafhankelijkheidsplein en iedereen die zich geroepen voelt, mag hem een hand gaan geven.

Wij zijn (lekker????) gaan eten bij Broki (het was nogal een teleurstelling)
Vervolgens hebben een potje gepoold.

maandag 21 november 2011

fungu-eiland, raleigh-vallen en de voltzberg

Net terug van de Raleigh-vallen. Het lijkt wel of de tripjes steeds mooier en indrukwekkender worden.

Zatermorgen zijn we om half 5 vertrokken. Ongeveer 5 en een half uur in de bus. Niet over asfalt, maar over bauxiet- boswegen. Verschrikkelijk hobbelig. De chauffeur droeg een buikbeschermer. De bus was afgeladen met eten, drinken en overnachtingsspullen. We waren dit keer met 6 expeditieleden (Nadine, Claudia en Miquel, Rianne en Marjorie) en een hoop begeleiding (chauffeur, 2 gidsen Patrick en Ruby, kok Edwald, bootsman Willem en hulpje voorop en baas Ruben en zijn vriendin.
Om een uur of 12 wisselden we van bus naar korjaal.


Alle bagage voorin met een zeil erover. Over de Copenamerivier 5 en en half uur afzakken ( in de zinderende hitte) Er was weinig water in de rivier, dus het kwam regelmatig voor dat al het personeel moest uitstappen en de korjaal naar een diepere vaargeul moest trekken.



De bootsman hield zicht op de rivier voor rotsen en zandbanken en kon dan de schipper waarschuwen, meer naar recht/links.

Eindelijk, eindelijk, eindelijk kwamen we aan bij Fungu-eiland. Wat een beeldschoon oord omringd door zwarte rotsen en snel stromend water.
We werden verwelkomd door doodskopaapjes, die bananen uit onze hand aten.
We kregen kort de tijd om onze hangmatten op te hangen en wat te eten, want we de moedervallen stonden nog op het programma. Hup weer de korjaal in en aan de wandel. Prachtig, wat een mooi stuk natuur is het hier. Oerbos dat onder het werelderfgoed valt en door de stichting Stinasi (stichting natuurbeheer Suriname) wordt beheerd.
Patrick liet ons in het water hierachter op de foto zien waar de sidderalen leefden. Dat zijn ongelofelijk grote beesten. Ik moest aan Marioland denken, want ook deze beesten, van zeker anderhalve meter, schuilden onder de rotsen. Als je ze bang maakt geven ze electriciteit af.

In marstempo terug, want we moesten voordat de duisternis inviel, het bos uit zijn. Dat is gelukt en in de duisternis voeren we terug naar het eiland.
Eigenlijk hebben we de rest van de avond niets meer gedaan. We waren kapot. Lekker slapen.

De volgende dag (zondag) was bestemd voor de GROTE tocht. 4 Uur lang heen (door de jungle), dan 240 m. hoge Volzberg beklimmen en dan weer 4 uur terug.

Het lopen door het bos ging eigenlijk prima. Ook 4 uur achter elkaar. Geen centje pijn, maar toen kwam de berg. 70 graden steil graniet.
Ik ben echt naar boven gepraat door de gids die zei dat hij niet weg zou gaan, als ik niet boven op die berg had gestaan. We hebben het met kleine tussendoelen gedaan. Hij gooide onderweg water over mijn hoofd, nam mijn rugzak van mij over. Echt superlief.
Toen ik eenmaal bovenop stond, moest ik huilen, van opluchting, inspanning, uitputting, van trots, ik weet het niet. De rest van de ploeg stond te applaudiseren.

Tja en toen weer 4 uur terug. .............

Als beloning had de gids ons beloofd dat we ergens konden zwemmen. Dat kan niet overal vanwege de piranja's en de sidderalen. En dat was wel een lekkere worst die ons werd voorgehouden. Wat was dat heeeeeeeeeeeeeeeerlijk. Alles ontspande, voeten deden minder zeer, benen kwamen tot rust. Wat een geweldige dag.


's-avonds had de kok superlekker gekookt. Zoetezure vis. Wat een verwennerij. Patrick had een fles Borgoe-rum (iedereen kon net 1 cola-rum krijgen) en het was een echt feestmaal. De avond werd afgesloten met een optreden van de Raleigh-boys. Inwonenden die traditionele muziek zongen en daarbij trommelden. We gingen erbij dansen en klappen. Echt heel erg leuk.

De volgende ochtend stonden we om 6 uur op, want we wilden graag de ara's, kakatoe's zien. Als je bij zonsopgang naar de airstrip gaat kun je ze zien overvliegen. Wel handig als je een verrekijker bij je hebt. Gelukkig was er een professionele vogelspotter met een enorm fototoestel en een  nog grotere verrekijker. We hebben ze in het echt gezien, papegaaien, ara's en kakatoe's. Ze vlogen over in setjes. Prachtig. Met mijn toestel niet te fotograferen, maar zo mooi (rood van onderen).
en daarna de lange weg naar huis, 5 uur boot, 5 uur bus en dan thuis afgezet.
Onderweg stak er nog een familie neusberen over. Leuk toetje.

Wat een bijzonder weekend.




donderdag 17 november 2011

beesten

Van de week kwam ik een slak tegen. Niet zo eentje die we in NL hebben, nee, handgroot.

en wat denk je van deze vogelnestjes, daar kunnen onze kleine bouwers nog heel wat van leren.

over rijkdom gesproken

Suriname is enorm rijk aan grondstoffen: Bauxiet en goud.
Helaas zit het land vast aan in het verleden gemaakte afspraken. De fabriek Suralco haalt de grondstoffen uit de rode bauxietgrond om er aluminium van de maken. Die fabriek in in Amerikaanse handen.

Wat betreft het goud, dat is in handen van de Canadezen. De Surinaamse regering krijgt daar 5% van de opbrengst voor. De Canadezen hebben destijds geinvesteerd in grond waar nog niet zeker van was dat er goud zou zitten. De goudzoekers vernietigen dit land. Ze ploegen de grond om en ze filteren het goud uit het water met kwik, wat supergiftig is.

Zo'n mooi land......

fruit

Overal waar je langs de weg rijdt zie je fruitbomen. Sinasppels, bananen, maar ook cocosnoten, mango's en nog veel meer exotisch fruit waar ik de namen allemaal niet van ken. Zo ontzettend rijk.
Het fruit is ook allemaal zo groot. Door het warme klimaat en de regelmatige regen groeit alles hier als kool.

Je kunt aan de tuinen herkennen wat voor mensen er wonen. De Surinamers hebben geen zin om elke week hun gras te maaien (met een handmachine en niet met een maaier omdat het gras te lang is), dus de tuinen met gras zijn over het algemeen van Nederlanders en de tuinen met zand, beton of tegels zijn van de Surinamers.

zondag 13 november 2011

fietstocht

Ja ja, het moet niet gekker worden, maar ik heb vandaag een enorme fietstocht gemaakt.


We zijn vanuit Paramaribo naar Leonsberg gefietst, hebben daar het pontje (korjaal) naar Nieuw-Amsterdam genomen (met fiets), hebben dat uitgebreid bekeken, hebben daar in een warung lekker gegeten. Ik had pitjel (javaans groentengerecht)  zijn toen doorgefietst naar Marienburg (pfffffffff). Hebben daar de voormalige fabriek bekeken zijn toen teruggefiets en hebben de pont naar plantage Frederiksdorp genomen (totaal gerestaureerd) hebben daar sinaasappelsap gedronken, rondgelopen en hebben de pont weer teruggenomen en zijn teruggefietst naar Nieuw Amsterdam, om vervolgens met de volgende pont weer naar Leonsberg te gaan om weer naar Paramaribo te fietsen.

Ik ben kapot, maar het was geweldig.

Fort Nieuw Amsterdam is een openluchtmuseum en is daar gebouwd om de achterliggende plantages te beschermen tegen invallen. Er zijn kanonnen en monumenten (kruithuizen) uit de 18e eeuw, maar er is ook een gevangenis waar nog mensen tijdens de onafhankelijkheidsstrijd gevangen werden gezet(uiteindelijk gesloten op 25 november 1975) . Zo vonden we allerlei libelleplaatjes van een hele jonge Silvia Kristel en Corrie Konings en allerlei vrijheidsteksten over het beloofde land.

Toen naar Marrienberg, een voormalige suikerrietplantage. Toen we daar een beetje aan het rondlopen waren kwam er een oude man naar ons toe met een fotoboek, met foto's hoe de fabriek ooit was geweest. Hij was een oude werknemer van deze fabriek en legde ons (en 2 andere mannen uit) wat waar geproduceerd werd en hoe het productieproces van de suiker en later de rum verliep. De fabriek werd in 1986 gesloten, maar opa Ketak was nog steeds trots op zijn werk.

Toen door naar Frederiksdorp. Alle gebouwen in dit voormalige plantagedorp (cacao en koffie)  zijn totaal gerestaureerd. Prachtig en staat nu in zijn geheel op de monumentenlijst.

en vervolgens weer de lange tocht naar huis !


Jodensavanne

Zaterdag hadden we een auto gehuurd. Dat was nog een heel gedoe, de auto die we hadden besteld was er niet en met deze auto mochten we niet buiten de geasfalteerde wegen (en dat wilden we juist !). Mond houden, wel doen en goed schoonspuiten achteraf.

We wilden dolgraag naar de Jodensavanne, de eerste joodse nederzetting in Suriname. Om daar te komen moet je de rivier over. We hadden al meerdere pogingen ondernomen, maar de vorige keer was de weg te slecht en een trip die we bij een touroperator geboekt hadden, werd geannuleerd.

Dit werd dus poging 3. We wisten dat er een boot zou gaan bij Overbridge, dus eerst maar daar naar toe. Overbridge is een ontspanningsoord aan de rivier. Met zandstrand en palmen en ... piranja's. Ze zeggen dat netten de bijtgrage vrienden tegenhouden, wij hebben anders gehoord.
Toen we daar informeerden naar de bootreis naar de Jodensavanne, vonden we alle vier dat dat te duur was.

We gingen het eerst nog een keer over de weg proberen. De chinezen (die zorgdragen voor het asfalteren van de wegen - zij hebben nog een hoop werk te doen) waren goed gevorderd en de weg was rijdbaar.  Nog steeds hobbelig, maar Kenneth reeds fantastisch en op een gegeven moment kwamen we bij een brug. Daar moesten we overheen. De brug was niet meer. Er was een boot tegen een van de peiler aan gevaren en nu lag een van de betonplaten in de rivier. Die situatie duurt nu al 2 jaar en het ziet er niet naar uit, dat dat ooit nog gemaakt gaat worden.


Gelukkig bleek er een soort pontje te gaan. Dus met de pont naar de overkant.

Daarna hebben we gezond en veilig de Jodensavanne bereikt. Wat is het daar prachtig en rustgevend. Het ligt op een heuvel aan de rivier, prachtig. Er zijn resten van graven te zien en een gedeelte van de synagoge en een bron met heilzaam water. Natuurlijk heb ik dat over mijn hoofd gesprenkeld, dus mij kan niets meer overkomen.

Vervolgens zijn we doorgereden door de savanne naar Blakawatra, een recreatieoord van voormalig premier Pengel, waar je net zoals in Colakreek in het zwarte water zou kunnen zwemmen. Helaas is het nu totaal vervallen en nodigt het totaal niet uit tot zwemmen. (let op de stroomversnelling - van beton)


Total uitgeput zijn we thuis lekker bij de Mac gaan eten en omdat we toch de auto hadden hebben we het afgesloten met een filmbezoek (bioscoop ligt aan de andere kant van de stad en met de bus kun je er niet komen en een taxi is dan toch weer wat prijzig).

even off line

niets aan de hand, helaas een hele week geen internet gehad.
Blikseminslag in de router van mijn huurbaas. Alles is weer gemaakt, dus ik kan iedereen weer op de hoogte houden.

maandag 7 november 2011

weekendje weg, Brownsberg (3)

Nog verder, nog hoger, nog meer slechtere wegen (!) nog diepere dalen waar je naar beneden kunt donderen, of als je rem van de bus kapot gaat naar beneden terugglijdt en je bus omkukelt (ECHT WAAR, gelukkig niet onze bus, maar een bus van een andere touroperator) kwamen we in het natuurpark Brownsberg. Een stukje tropisch regenwoud met alle beesten die daarbij horen
(apen, giftige kikkers, bijzondere vogels (de bospolitie)).
- De bospolitie waarschuwt andere beesten die in het bos komen en er niet horen  met een een afschuwelijk gefluit.
- We hebben meerdere malen de groene giftige kikker gespot
- We zaten onder en tussen meerdere brulapenfamilies. Geweldig. Ze sprongen voor je neus van boom naar boom en we hebben mogen genieten van het gebrul.
 
Verder heb ik voor het eerst in een hangmat 'geslapen'. Ook een hele ervaring.

En ik heb het met mijn enorme geweldige conditie (???!!) opgenomen tegen allemaal twintigers. Dat was wel erg heftig hoor. Gelukkig was de gids achtergebleven en kon ik de terugtocht in mijn eigen tempo voltooien. Dat was wel erg heftig, maar des te trotser was ik dat ook ik de 'Ireneval' , een waterval van twijfelachtige kwaliteit, ook bedwongen heb.


weekendje weg, ston eiland (2)

Ston eiland is geen eiland, maar een schiereiland aan het volgelopen Brokopondostuwmeer. Via een hele hobbelige, vol met gaten, ongeasfalteerde vreselijke steile weg naar boven, kwamen we bij een nederzetting met hutjes aan bij het meer. Het meer was vroeger een vallei. Je ziet de restanten thans nog. Allemaal bomenstronken van bomen die niet meer groeien, maar waarvan de restanten nog in het water staan. Hoe akelig de herinnering hieraan is (meer dan 50 dorpjes hebben een andere bestemming gekregen, bv. nieuw koffiedorp, nederzetting van houten 'container'woningen) het is een facinerend uitzicht en zoals altijd als je ergens op een veranda naar een uitzicht zit te staren, wordt je er rustig van.

By the way: 'meisjes in de jungle' is hier opgenomen.
By the way 2: ook hier zijn piranja's. Advies: niet te ver in het water (tot bekkenhoogte)
Advies 2: Ze bij nacht gaan vangen met de gids, en opeten.

weekendje uit, berg en dal (1)

Een lang weekend weg. Zaterdag, zondag en maandag. Maandag wordt er hier Idul Adah gevierd, het offerfeest van de Islam. 

Onze eerste stop was Berg en Dal, een voormalige suikerplantage.
De groep bestond uit 16 jongeren (allemaal rond de 22 jaar), begeleiders, chauffeurs, onze kokkin Thea, en een supergids Venski. De jongeren verkozen canopying, waarmee ze van boven op de berg over de Surinamerivier kon roetsjen. Nadine en ik kregen een rondleiding over de heritage trail, een politiepost (controle rivier, goud, smokkel) en slavenwoningen.

Er was een park met meerdere vruchtenbomen, waar we uitleg over kregen.
Zo vond hij een cashewnotenboom. De bomen maken een soort appel en daaronder hangt de cashew. Uit 1 boom komt dus maximaal 1 zakje.

We mochten ook rauwe cacao proeven. Als je de vrucht open maakt zie je allemaal kleine vruchtjes. Als je op die vruchtjes sabbelt is het heerlijk zoet, net een zuurtje. Kauw je het door, proef je een bitter soort noot, niet lekker. Ongelofelijk dat daar onze chocola van gemaakt wordt.

Onze gids, Venski vond een grote babyspin in een ananasplant. Het is geen tarantula en hij was ook niet giftig maar wel erg harig. Natuurlijk mochten wij hem op onze handen.

savanne rally

Vrijdagavond startte hier de savanne rally 2011 op het onafhankelijkheidsplein.
Leuk spektakel, misschien een nieuwe uitdaging ?

vrijdag 4 november 2011

begraafplaats

Het spreekwoord is: "Alleen goed praten over de doden"

maar hier is het

Al het goeds voor de doden.
De eerste 7 dagen wordt er om de overledene gerouwd en wordt er 24 uur per dag door de familie gewaakt.

Nadat hij/zij begraven is, krijgt het graf een paraplu. De overleden is immers nog niet volledig in het geestenrijk en zweeft nog 100 dagen tussen hemel en aarde. Hij heeft dus even geen onderkomen. Daarom staat er bij een graf van een javaanse overlede een paraplu om deze in ieder geval nog onderdak te geven, totdat hij/zij veilig over is naar gene zijde.

Overigens wordt de begraafplaats daarna nooit meer bezocht. Het onkruid staat enorm hoog. Zo hoog dat de herinneringsmonumenten bijna niet meer te zien zijn.